Recensies
Enkele
recensies en uitspraken van dirigenten en komponisten over
Franciska
Dukel
Leidsch
Dagblad (Recensie Hortus Festival 2009): “Haar stem klinkt als
fraai klokkenspel: volumineus, vol feestelijke klankkleuren van glanzend
brons tot twinkelend zilver. Haar houding en voordracht zijn zelfbewust,
energiek, geven de schilderachtige liedjes extra pit, stoutheid, melancholie
al naar gelang de inhoud van de tekst. Mezzo Franciska Dukel is een rasartiest
die zich voor de volle honderd procent inleeft in tekst en muziek; de
twee Russische componisten lenen zich daar geweldig voor.”
Valerie
Gergiev (“Kerstavond” Rimsky Korsakov 2000 ): “Well done, lady!”
Edo
de Waart (“Vec Makropoulos” Vara-matinee 1998): “er lopen in
Nederland dus tóch wel goede zangeressen rond!”
Hans
Werner Henze (“Voices” Berlijn Henzefestival 1998): “Vielen Dank,
Ihre Stimme ist wirklich sehr geeignet für mein “Stimmen”!”
Robert
Heppener (“Een ziel van hout” Hollandfestival 1998): “Je hebt
een prima bijdrage geleverd aan het slagen van mijn opera. Plastisch gezongen
en met een mooie, helder verstaanbare stem. En met het laat in de cast
komen heb je durf getoond en bewezen snel inzetbaar te zijn.”
Trouw
(Kees Arntzen n.a.v. “Een ziel van hout” Hollandfestival 1998)
: “Vooral Franciska Dukel wist als Dr. Wimper een opvallend typetje neer
te zetten.”
Ed
Spanjaard (dirigent n.a.v. “Der Kaiser von Atlantis” 1995): “Deze
rol (der Trommler) is zeer dramatisch en vraagt om een zeer wijd bereik
en krachtige toneelpersoonlijkheid. Dit alles is in ruime mate bij Franciska
Dukel aanwezig en haar vokale professionaliteit wekt alle respect en bewondering.”
Lodewijk
de Boer (regisseur “Der Kaiser von Atlantis” 1995): “waarom heb
ik nog nooit van deze zangeres gehoord?”
Volkskrant
(n.a.v. concert met de Ebonyband 1993) : “Spot en ironie, met
veel flair vertolkt door Franciska Dukel, een prachtig heldere sopraan.”
Volkskrant
(Hans Heg n.a.v. Combattimento Consort Amsterdam 1990 ): “…de
grote kwaliteiten van de mezzosopraan Franciska Dukel, die vooral in het
Lamento d’Arianna aan het licht kwamen. De dramatiek bleef overal natuurlijk
en haar sonore stem en intense vertolking trilde nog lang bij het publiek
na…”
|